Weet je nog dat je klein was en op een bosexcursie ging? Wat heb je dan gegeten, zo niet krabbelurer! Ze hadden natte voeten in hun regenlaarzen, hadden een ijzige kont en bezwete, in gallon geklede benen. Daarna gingen ze op een versleten broekzeem zitten en dronken ijskoude warme melkchocolade met huiden uit een half verouderde thermoskan en trokken de stormkeuken tevoorschijn en met een kleine trap hadden ze een stapel halfverbrande kleine heerlijke lekkernijen om in te stoppen terwijl ze zichzelf probeerden te beschermen tegen de regen. De hele ervaring zou graag een beetje naar het bos gaan. Moeders zonneschijnherinneringen, de kinderen zouden in ieder geval niet moeten ontsnappen omdat iemand toevallig allergisch is voor eieren. Hier is mijn recept voor krabbelurer zonder eieren. Hoewel ik vals speel en repareer en ze binnenshuis aanbied. Maar zeg alsjeblieft dat je in mijn moeders tijd tenminste buiten in het bos kon zitten en eten!
Krabbelurer ongeveer 15 stuks
Ingredienten:
50 gram suiker
200 gram bloem
10 gram bakpoeder
1 snufje zout
2 dl melk
Meng alle ingrediënten en klop tot er geen klontjes meer zijn. Laat het vervolgens 15-30 minuten staan zodat het opzwelt. Verhit een koekenpan op middelhoog tot hoog vuur. Smelt veel boter als de koekenpan heet is geworden. Klik klontjes eruit met twee eetlepels. Zorg voor voldoende ruimte tussen klikken. Draai ze om als ze beginnen te borrelen. Het is vrij snel om te bakken, dus wees voorbereid om ze eruit te tillen zodat ze niet verbranden. Ze mogen in het midden ook niet teveel uitdrogen, maar mogen in het midden rauw en heerlijk romig zijn.
